Cultuur speelt een enorme rol in hoe vertalingen tot stand komen. Eigenlijk kun je niet echt een taal begrijpen zonder ook de cultuur erachter te snappen. Het gaat niet alleen om woorden, maar ook om gewoontes, waarden en sociale normen. Stel je voor dat je een grap vertaalt die in Nederland heel grappig is, maar in een ander land totaal niet begrepen wordt. Het is als proberen te dansen op muziek die je niet hoort.
Het belang van culturele nuances kan dus niet onderschat worden. Een goed voorbeeld hiervan zijn feestdagen. Neem bijvoorbeeld Sinterklaas, een typisch Nederlandse traditie. Probeer dat maar eens uit te leggen aan iemand uit een land waar ze dit helemaal niet kennen. Je moet dan niet alleen de woorden vertalen, maar ook de hele context en betekenis uitleggen. En dan nog, wordt het vaak niet helemaal begrepen. Hetzelfde geldt voor eten: gerechten hebben vaak specifieke betekenissen en herinneringen die voor buitenstaanders moeilijk te vatten zijn.
Voorbeelden van misverstanden
Er zijn talloze voorbeelden van hoe misverstanden kunnen ontstaan door culturele verschillen. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van beleefdheidsvormen. In Nederland zeggen we vaak ‘je’ tegen iedereen, zelfs tegen bazen of oudere mensen. In andere culturen kan dit als heel onbeleefd worden ervaren en moet je ‘u’ gebruiken. Als vertaler moet je hier dus goed op letten, anders kun je per ongeluk iemand beledigen.
Een ander klassiek voorbeeld is het woord ‘gratis’. In veel westerse landen vinden mensen het geweldig als iets gratis is. Maar in sommige culturen kan het aanbieden van iets gratis juist verdacht overkomen, alsof er een addertje onder het gras zit. Dit soort dingen moet je weten om effectief te kunnen vertalen.
De juiste toon vinden
Het vinden van de juiste toon is misschien wel een van de moeilijkste aspecten van vertalen. Informele taal kan in de ene cultuur heel normaal zijn, terwijl het in een andere cultuur als te familiair of zelfs onbeleefd kan worden gezien. Stel je voor dat je een e-mail vertaalt voor een zakelijke partner in Japan, waar formele taal heel belangrijk is. Als je dan te informeel bent, kan dat overkomen alsof je de relatie niet serieus neemt.
Aan de andere kant kan te formeel zijn ook problemen opleveren. In landen zoals Nederland en de VS wordt een meer informele benadering vaak gewaardeerd omdat het dichterbij komt en persoonlijker aanvoelt. Dus ja, het is echt een kwestie van balanceren tussen verschillende verwachtingen en voorkeuren.
Informele versus formele taal
Het verschil tussen informele en formele taal zit ‘m niet alleen in de woorden die je gebruikt, maar ook in hoe je zinnen structureert en welke onderwerpen je bespreekt. Formele taal is vaak complexer en bevat meer jargon, terwijl informele taal directer en eenvoudiger is. Denk bijvoorbeeld aan het verschil tussen “Geachte heer/mevrouw” en “Hey daar!”. Het zijn kleine dingen die grote gevolgen kunnen hebben voor hoe je boodschap overkomt.
En dan heb je nog idiomatische uitdrukkingen die in de ene taal heel natuurlijk klinken maar in een andere taal totaal geen betekenis hebben. Stel je voor dat iemand zegt “Het regent katten en honden” in het Nederlands. Dat klinkt natuurlijk belachelijk, terwijl het in het Engels (“It’s raining cats and dogs”) een doodnormale uitdrukking is.
Uitdagingen van idiomatische uitdrukkingen
Idiomatische uitdrukkingen zijn misschien wel het lastigst om te vertalen omdat ze vaak geen letterlijke betekenis hebben. Ze zijn cultureel gebonden en kunnen daardoor moeilijk over te brengen zijn naar een andere taal of cultuur zonder dat de betekenis verloren gaat. Neem bijvoorbeeld “De appel valt niet ver van de boom”. In het Nederlands begrijpen we meteen wat hiermee bedoeld wordt, maar probeer dat maar eens letterlijk te vertalen naar het Chinees of Arabisch.
Soms kun je ervoor kiezen om de uitdrukking gewoon helemaal weg te laten of te vervangen door iets wat beter past bij de doeltaal en -cultuur. Andere keren kun je proberen om een vergelijkbare uitdrukking te vinden die dezelfde betekenis heeft, al is dat niet altijd mogelijk.
Technologie en hulpmiddelen voor vertalers
Gelukkig leven we in een tijdperk waarin technologie ons enorm kan helpen bij vertalen. Er zijn talloze hulpmiddelen beschikbaar die ons werk makkelijker maken, van online woordenboeken tot automatische vertaalprogramma’s zoals Google Translate. Maar laten we eerlijk zijn: technologie heeft ook zijn beperkingen.
Automatische vertalingen kunnen handig zijn voor simpele zinnen of woorden, maar zodra het complexer wordt – denk aan culturele nuances of idiomatische uitdrukkingen – schieten ze vaak tekort. Een machine kan nu eenmaal geen menselijke ervaring of gevoelens nabootsen.
Zo blijf je jezelf ontwikkelen als vertaler
Als vertaler moet je jezelf voortdurend blijven ontwikkelen om bij te blijven met alle veranderingen in taal en cultuur. Dit betekent niet alleen dat je veel moet lezen en oefenen, maar ook dat je open moet staan voor feedback en nieuwe ideeën. Deelname aan workshops en cursussen kan ook enorm helpen om je vaardigheden scherp te houden.
Bovendien is netwerken met andere vertalers essentieel. Het uitwisselen van ervaringen en tips kan ontzettend waardevol zijn en leidt vaak tot nieuwe inzichten die je anders misschien nooit had gehad.
En vergeet niet dat elke fout een leermoment is. Niemand is perfect, en zelfs de beste vertalers maken fouten. Het belangrijkste is dat je ervan leert en jezelf blijft verbeteren.